Hoe werd de televisie het middelpunt van de woonkamer?

televisie in de kamer
Hoe werd de televisie het middelpunt van de woonkamer?

Gepubliceerd: 8-6-2017

Laatste update: 22-04-2024

“Goedenavond dames en heren. Vanavond is het een heel bijzondere avond.” Met deze woorden opent journaliste Jeanne Roos op 2 oktober 1951 de eerste officiële televisie-uitzending in Nederland. In de jaren die daarop volgen groeit de televisie uit tot een razend populair massamedium. Het toestel wordt het middelpunt van de Nederlandse huiskamer. Waarom is de televisie zo geliefd? En hoe zagen die eerste jaren eruit?

Wat gaat vooraf aan de komst van televisie?

Die eerste uitzending komt niet zomaar uit de lucht vallen. In de jaren dertig en veertig wordt er volop geëxperimenteerd met televisie-uitzendingen. Maar de allereerste wortels van de televisie liggen veel verder terug, in 1883. Dat jaar ontwikkelt de Duitse ingenieur Paul Nipkow de Nipkowschijf: een mechanisme waarbij via een ronddraaiende schijf licht kan worden omgezet in een elektrisch signaal. Hoewel deze uitvinding nog niet direct een praktische toepassing heeft, vormt ze wel een belangrijke stap in de ontwikkeling van de televisie. Film en radio zijn ook belangrijke voorlopers van de televisie. Met de uitvinding van de film wordt al duidelijk hoe bewegende beelden afgespeeld konden worden. Dankzij de radio is bekend hoe signalen over een grote afstand verzonden kunnen worden. Toch duurt het dan nog tot de jaren twintig voordat de Schot John Baird de “televisor” – de voorloper van de televisie – ontwikkelt. Hij maakt hierbij gebruik van een kartonnen Nipkowschijf.

In Engeland zijn ze er nog eerder bij. Daar starten de eerste uitzendingen op 2 november 1936.

Vanaf dan is er veel interesse om een werkende televisie en uitzendingen te maken. In Nederland is het vooral Philips dat veel experimenteert met uitzendingen. De belangrijkste figuur daar is Erik de Vries – inmiddels wordt hij gezien als vader van de Nederlandse televisie. Op achttienjarige leeftijd gaat De Vries werken bij het Natuurkundig Laboratorium (NatLab) van Philips. Wanneer Philips in de loop van de jaren dertig begint met experimentele televisie, is De Vries daar intensief bij betrokken. Hij trekt in 1938 rond door een deel van Europa met de Philips-karavaan om televisiedemonstraties te geven en de naamsbekendheid van Philips te vergroten. Wanneer in 1939 de Tweede Wereldoorlog losbarst, worden de televisie-experimenten van Philips gestaakt.

Na de oorlog vervolgt De Vries zijn loopbaan bij Philips. Tijdens de experimentele periode maakt hij maar liefst 264 televisie-uitzendingen. De eerste uitzending vindt plaats op 18 maart 1948. Dit wordt gezien als de eerste onofficiële Nederlandse televisie-uitzending. Slechts een paar honderd mensen – voornamelijk Philipswerknemers – kunnen deze uitzending zien. De overheid is dan nog niet heel enthousiast over het nieuwe medium. Volgens de toenmalige minister-president Willem Drees is televisie een luxe-object dat niet past in tijden van wederopbouw. Toch stemt de overheid na enkele jaren van experimentele fase in met de invoering van televisie-uitzendingen. De Nederlandse Televisie Stichting (NTS) wordt in 1951 opgericht en bestaat uit de vier grote omroepverenigingen: AVRO, KRO, VARA en NCRV. Zij moeten tijdens de proefperiode van twee jaar nog zelf hun programma’s financieren.

De eerste televisie-uitzending

De bouw van de zendmast in Lopik is bijna voltooid. De mast krijgt in 1965 de naam Gerbrandytoren.

Een kijkje binnen bij Studio Irene, waar de eerste televisie-uitzending werd opgenomen. 

Goedenavond dames en heren. Vanavond is het een heel bijzondere avond.

Jeanne Roos, tijdens de eerste televisie-uitzending

Hoe ziet het eerste televisieprogramma eruit?

De eerste reguliere televisie-uitzending vindt plaats op 2 oktober 1951 in Studio Irene. Deze studio is dan nog niet meer dan een verbouwde ruimte in een leegstaande kerk in Bussum. Het programma begint met een aankondiging van de staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen: Jo Cals. Vervolgens geeft professor Halbertsma een korte instructiefilm over de televisie, gevolgd door het eerste televisiespel De toverspiegel. Dit spel, geregisseerd door Erik de Vries en met Hetty Blok als actrice, introduceert het medium televisie. Het spel speelt zich af in het verleden, het heden en de toekomst – via de televisie zou men terug en vooruit in de tijd kunnen kijken.

de toverspiegel

Foto van de opnames van De toverspiegel. Albert van Dalsum speelt Professor Video en Louis Bouwmeester is zijn leerling.

Na de eerste aflevering wordt de televisie voorzichtig positief onthaald door de Nederlandse pers. In het dagblad Het Vrije Volk wordt een dag na de uitzending geschreven: “De Nederlandse televisie is officieel. Aarzelend als een jongedame op haar eerste bal trad zij gisterenavond de grote wereld binnen.” De eerste aflevering wordt ook nog zeker niet vanuit de woonkamer bekeken – de meeste Nederlanders hebben dan nog geen televisietoestel. Wie het historische moment mee wil maken, moet op zoek naar een televisietoestel in een café, restaurant of winkeletalage.

De NTS blikt terug op de start van de televisie in Nederland.

Wat wordt er in die eerste jaren gekeken op televisie?

Vanaf dan worden er tweemaal per week avondprogramma’s uitgezonden. Er is dan nog maar één zender: Nederland 1. In de loop van de jaren vijftig wordt de televisie steeds populairder. In 1958 telt Nederland 240.000 televisietoestellen. Op 5 januari 1956 wordt het allereerste journaal uitgezonden. Onder andere het Nederlands kampioenschap schaken, de voorbereidingen van het driekoningenfeest en het jaarlijkse stierenrennen komen aan bod. In het eerste jaar was er nog geen presentator in beeld. Pas in oktober van 1957 wordt Coen van Hoewijk Nederlands eerste nieuwslezer.

Het allereerste NTS journaal, de voorloper van het NOS journaal.

Naast het journaal is er ook allerlei vermaak op televisie. Een van de populairste series is Pension Hommeles, een humoristische serie over een pension en zijn bewoners. De teksten zijn geschreven door Annie M.G. Schmidt, de muziek door Cor Lemaire en de productie wordt geleid door Wim Ibo. De serie wordt gezien als de eerste Nederlandse televisieserie. Ook is de jeugdserie Swiebertje erg populair. Hoewel de serie in de jaren zestig pas echt succesvol wordt, is de eerste aflevering al in 1955 op televisie te zien.

Een ander jaarlijks hoogtepunt is het Eurovisiesongfestival dat wordt uitgezonden door de European Broadcasting Union (EBU) – een samenwerkingsverband tussen publieke omroepen uit Europa. Vanaf 1956 vindt het festival ieder jaar plaats. In de jaren vijftig wint Nederland maar liefst twee keer, in 1957 en 1959 – een extra aanleiding voor de Nederlanders om te kijken.

Televisie in de jaren vijftig

In deze aflevering van Pension Hommeles moet een filmproducent tegen zijn zin zes weken doorbrengen in het pension omdat hij zijn been gebroken heeft.

Teddy Scholten wint het Eurovisiesongfestival in 1959.

De zwerver Swiebertje zorgt in de jaren vijftig en zestig voor veel vermaak bij kinderen.

Wie mochten uitzenden op televisie?

Op 1 januari 1956 – bijna vijf jaar na de eerste uitzending – wordt besloten dat de vijf grote omroepen (KRO, VARA, AVRO, NCRV en VPRO) hun eigen zendtijd krijgen. De NTS blijft gezamenlijke programma’s uitzenden. Iedere omroep heeft zijn eigen publiek: de katholieken kijken naar de KRO, de protestanten naar de NCRV (gereformeerd) of VPRO (vrijzinnig) en de arbeiders naar de VARA. Enkel de AVRO is niet gebonden aan een religie of politieke oriëntatie. Het kijken van televisie wordt door de verzuiling zo ook zeker een culturele aangelegenheid: wil je weten wat er speelt binnen je ‘zuil’, dan kan je via de televisie op de hoogte blijven. Televisie wordt zo in de jaren vijftig en begin jaren zestig een plaats voor culturele en maatschappelijke ontplooiing.

KRO Boulevard

Zangeressen in de studio bij KRO voor het programma Boulevard.

In 1965 besluit het Kabinet-Cals dat ook nieuwe omroepen de kans moeten krijgen toe te treden tot het omroepbestel. Iedere omroep krijgt een status: een A-status bij meer dan 400.000 leden, een B-status bij meer dan 250.000 leden en een C-status bij meer dan 100.000 leden. De zendtijd is afhankelijk van de status. Een aspirant-omroep moet minimaal 15.000 leden hebben om een uitzendlicentie te krijgen.

“Zijn de KRO en de NCRV en de AVRO en VARA nog wel van deze tijd?”

Hoe kijken mensen televisie in de jaren zestig?

Vanaf de jaren zestig loopt het pas echt storm met de televisie. Op 14 november 1961 wordt het miljoenste televisietoestel aangesloten. De televisie is dan al echt ingeburgerd in Nederland. In plaats van aan de eettafel, verzamelt het gezin zich steeds vaker rond het televisietoestel, dat een centrale plaats in de woonkamer krijgt. Wie geen televisie in zijn bezit heeft, kan bij buren of familie kijken. Hele groepen mensen kijken samen naar een klein schermpje – televisiekijken in de jaren zestig is dan ook zeker een sociale bezigheid.

Samen televisie kijken

Rond de televisie

Een gezin kijkt naar een experimentele uitzending van Philips.

Televisie in de etalage

Toeschouwers bekijken in een etalage het Koninginnedag-defilé. 

Televisiekijken in 1951

Wie een eigen toestel had, kon rekenen op veel bezoek.

Thuisfront

De ouders van wielrenner Jan Janssen volgen hun zoon op de televisie.

Televisie in de klas

Kinderen kijken aandachtig naar de eerste schooltelevisie- aflevering.

De Fabeltjeskrant

Kinderen kruipen samen rond de televisie om De Fabeltjeskrant te zien.

Het aanbod op televisie wordt steeds groter en veelzijdiger. De zendtijd wordt in 1962 uitgebreid naar dertig uur per week en in 1964 wordt er een tweede net toegevoegd: Nederland 2. Op televisie kunnen kinderen zich vermaken met Dorus of De Fabeltjeskrant. Bij volwassenen zijn vooral Ja zuster, nee zuster, Voor de vuist weg en Top of the Pops erg populair. In 1967 komt er weer een grote verandering: Philips introduceert de kleurentelevisie.

Philips introduceert de kleurentelevisie in 1967. Oud-werknemer Thies van den Hurk blikt terug op die ontwikkeling. De hele aflevering zien? Kijk op NPO Start.

De televisie heeft in de jaren vijftig en zestig een enorme ontwikkeling meegemaakt: van de eerste onwennige uitzending tot een uitgebreid systeem met meerdere omroepen en een divers aanbod. In die periode is de televisie een belangrijk onderdeel geworden in het leven van de Nederlanders. Hoewel er de jaren daarna nog veel meer zou gaan veranderen, is één ding duidelijk: de televisie heeft na de eerste twee decennia zijn plek gevonden – het middelpunt van vele woonkamers in Nederland.

En je weet het!

Anderen het laten weten?

Ook interessant

om te weten